BEGINSELVERKLARING
De Orde van Vrijmetselaren heeft in de loop van de tijd een beschrijving aangenomen die kenmerkt wat een vrijmetselaar is, en wat de betekenis van het lidmaatschap van de Orde inhoudt.
"Vrijmetselarij is de uit innerlijke drang geboren geestesrichting
die zich openbaart in een voortdurend streven
naar al die uitingen van geest en gemoed
die er op gericht zijn mens én mensheid op te voeren
naar een hoger geestelijk en moreel peil.
Zij vindt haar toepassing in de beoefening van de hoogste levenskunst.
De Orde... streeft naar de veelzijdige en harmonieuze ontwikkeling
van de mens en de mensheid.
Zij gaat uit van een vast vertrouwen in de werkelijkheid
ener geestelijke en zedelijke, de mens en de mensheid,
voortstuwende wereldorde.
Zij neemt voorts als grondslag aan, de erkenning van:
- de hoge waarde van de menselijke persoonlijkheid
- ieders recht om zelfstandig te zoeken naar waarheid...
- ieders plicht om met toewijding te werken aan het welzijn der gemeenschap.
Zij kweekt verdraagzaamheid, betracht rechtvaardigheid,
bevordert naastenliefde, zoekt op wat mensen en volken vereent,
tracht weg te nemen wat de geesten en gemoederen verdeelt,
en brengt tot hogere eenheid door het bewustzijn levend te maken,
van de allen verbindende broederschap."
Aan deze tekst wordt gehecht omdat het een inhoudelijke beschrijving geeft van wat vrijmetselarij is. Er wordt in gesproken over heel concrete waarden. In 1999 zijn deze in een nieuwe tekst voor de Orde Grondwet grotendeels verloren gegaan. Een inhoudelijke beschrijving van vrijmetselarij is zodoende op dit moment niet meer in de grondslagen van de Orde terug te vinden. Als eerste en oudste loge in het Gooi proberen wij de traditie van morele ontwikkeling van de vrijmetselaar in stand te houden en de teloorgang van deze geestelijke waarden te voorkomen.
De tekst uit 1917 leert dat vrijmetselarij niet gaat over een vastgestelde overtuiging of levensbeschouwing, maar een geaardheid is van de menselijk geest; een zogenaamde "geestesrichting". Ze zegt ook dat het uit innerlijk drang geboren is; dat je het niet kunt leren. Je hebt het wel, of je hebt het niet. Er is ook geen eindbestemming voor je ontwikkeling; het is slechts een voortdurend streven. In jouw gaan van A naar B, is de vrijmetselarij niet geïnteresseerd in waar dat is, maar slechts in je manier van lopen.
Leef niet alleen vanuit je hart, maar ook vanuit je verstand. Oftewel; Leef niet alleen vanuit je ratio, maar ook vanuit je hart. Niet één ding, maar beiden dingen moeten ontwikkeld worden. In het streven naar een evenwichtige persoonlijkheid, zijn deze beide dingen in balans.
En de vruchten van die ontwikkeling pluk je niet alleen voor jezelf, maar ook voor de mensen om je heen. Alleen dán, heeft jouw ontwikkeling waarde. De mens die slechts leeft voor zichzelf, heeft niets van het leven begrepen en zal niets in de vrijmetselarij vinden.
Zoals gezegd, is in 1999 de beginselverklaring als artikel 1 in de grondwet van de Orde opgenomen in een meer juridische, en afgezwakte vorm. Deze tekst moet onderschreven worden om tot de Orde toe te treden. Laat de lezer bij deze geïnformeerd zijn dat vrijmetselarij, ondanks deze tekst, nog steeds gaat over de ontwikkeling van geestelijke waarden.
Artikel 1.1. De vrijmetselaar.
"Een vrijmetselaar is een vrij man van goede naam, die is ingewijd in een tot de Orde behorende loge, dan wel in een loge die werkt onder een door de Orde erkende Grootloge.
Hij werkt, samen met andere vrijmetselaren, met behulp van symbolen en rituelen aan zijn persoonlijke vorming.
Deze symbolen en rituelen zijn door de traditie gegeven; zij worden door de vrijmetselaar naar eigen inzicht geïnterpreteerd.
De gezamenlijke arbeid stimuleert hem ook naar vermogen bij te dragen aan een betere samenleving.
De vrijmetselaar zoekt dat wat mensen verbindt en tracht weg te nemen wat hen verdeelt, opdat het ideaal van een allen verbindende broederschap gestalte kan krijgen.
Daarbij aanvaardt hij een persoonlijke verantwoordelijkheid ten opzichte van de wereld, die hij ziet als een te voltooien bouwwerk waarvan ieder mens een levende bouwsteen is.
Hij verricht die arbeid in het licht van een hoog beginsel, symbolisch aangeduid als "opperbouwmeester des heelals."
De vrijmetselaar erkent de hoge waarde van de menselijke persoonlijkheid, de gelijkwaardigheid van alle mensen, ieders recht om zelfstandig te zoeken naar waarheid en ieders verantwoordelijkheid voor zijn doen en laten.
Artikel 1.2. De loge
Vrijmetselarij wordt beoefend in plaatselijke verenigingen, loges genaamd.
Vrijmetselaren betrachten verdraagzaamheid en streven naar harmonie; mede daardoor kunnen de loges ontmoetingsplaatsen zijn voor mannen met uiteenlopende achtergronden, levensbeschouwingen en inzichten.
De gezamenlijke arbeid leidt tot beleving van verbondenheid van alle vrijmetselaren. Deze verbondenheid wordt broederschap genoemd.
Artikel 1.3. De orde
De orde van vrijmetselaren onder het grootoosten der Nederlanden is het organisatorisch verband waarbinnen de voorwaarden worden geschapen om vrijmetselarij te kunnen beoefenen in de traditie waarin zij dat sedert haar oprichting heeft gedaan.
Artikel 1.4. De staat
De orde eist van haar leden gehoorzaamheid aan de wetten des lands zolang en voor zover die wetten geen beperkingen inhouden van de vrijheid van meningsuiting en vereniging.
Artikel 1.5. Internationale betrekkingen
De orde onderhoudt vriendschappelijke betrekkingen met de door haar erkende grootloges in het buitenland. Mede hierdoor zorgt zij ervoor dat haar leden ook daar kunnen werken, zodat de broederketen de gehele wereld omspant.
Lid worden
Lees meer over aanmelden op deze pagina.